Februari 2014

Lieve mensen,
Het is me het wintertje wel. Overal om ons heen komt de sneeuw met bakken uit de hemel en zo koud het daar is, is het al in geen eeuw geweest. Wij hebben wel een en ander gehad aan regen en wind, maar we redden het nog. Er zijn ook buitenlanden, waar de mensen amper hun hoofd boven water konden houden. Nu maar hopen op een lekker voorjaar en zomer dan zien we volgende winter wel weer verder.
Het seizoen schiet ook al weer op. We zijn over de helft en in het bestuur zijn we volop bezig om weer interessante lezingen voor volgend seizoen te kiezen. Het is niet de meest eenvoudige taak maar het komt wel weer in orde.
Willem, ons meest actieve bestuurslid, viel het op dat onze Vereniging dit jaar 30 jaar bestaat. Een mooi moment om eens terug te kijken naar hoe het begonnen is en hoe het in het begin anders was dan nu. Denk alleen maar eens aan het taboe, dat toen nog rustte op de denkbeelden die bij ons besproken worden.
We weten nog niet goed of we ook op een andere manier aandacht kunnen geven aan ons jubileum. Als er leden zijn die daar gedachten over hebben houden we ons alvast aanbevolen. Het zou best eens leuk kunnen zijn iets anders te doen dan normaal. Je zou dat kenbaar kunnen maken via de website: info@parapsychologiezaanstreek.nl, of aan Willem zijn mailadres: willemrol48@gmail.com.
Frisse ideeën zijn bijzonder welkom.
Intussen hebben we maandag twee Wiccans, het echtpaar Lankester, die samen doen aan Wicca, wat weer enigszins teruggrijpt op oude heidense gebruiken en omdat men over heksen en hekserij spreekt, ook op middeleeuwse praktijken. Laten we alleen wel met elkaar afspreken dat we de moderne heksen meer krediet geven dan ze vroeger hebben gehad, toen de Inquisitie alles deed wat God had moeten verbieden.
Het belooft een zeer interessante avond te worden.
Lees het stukje op de volgende pagina en vergeet niet een kaars mee te nemen.
Tot maandag.
Joop

Januari 2014

Lieve mensen,
De hoogtijdagen zijn weer voorbij: Kerst met zijn gezellige dagen, Oud en Nieuw met de oliebollen, appelflappen, de donkere dagen ertussen waar de meeste van ons vrij waren en lekker hebben kunnen genieten van het niet zo erg koude zonnetje en de klap op de vuurpijl: onze Algemene Leden Vergadering.
Er waren een paar afzeggingen van mensen die eigenlijk hadden willen komen maar niet konden, er waren mensen die er niet aan gedacht hebben of het niet interessant vonden (of is dat hetzelfde?) en er waren zeer enthousiaste mensen die gekomen waren. Ze staken het bestuur een hart onder de riem en voorzagen ons van ideeën en nieuwe inzichten, want een Vereniging als de onze staat of (ja) valt met wat de leden met de Vereniging willen. Vandaar dat ik het een zeer inspirerende vergadering vond, die we volgend jaar beslist weer zullen houden.
En zolang we nog kunnen hopen op wat meer belangstelling zullen we daarop blijven hopen. In ieder geval bedanken we de mensen die er waren en die zo ook hun waardering voor uw bestuur hebben getoond.
Chapeau!!

Maandag, 13 januari komt Marlies van der Horst voor de lezing: Stervensbegeleiding en het vervolg. Misschien komen we er niet allemaal toe om iemand te helpen op zijn sterfbed, maar met wat er daarna gebeurt zullen we allemaal mee te maken krijgen. Daar komt nog bij dat Marlies een beminnelijk mens is, die al vele jaren ervaring heeft. Welke ervaring zal ook wel ter sprake komen, want ik denk niet dat ze zelf al een kijkje genomen heeft aan de andere kant.
Dus ik ben benieuwd en ik hoop jullie ook.
Het is tevens leuk iedereen weer eens te zien na alle feestdagen, die gelukkig weer achter de rug zijn. Nu nog wachten wat de winter verder nog gaat brengen en hoe de natuur daar dan weer mee omgaat, want het zal toch niet zo zacht blijven tot april, en die doet zelfs nog wat ie wil! Er zijn heel wat planten die denken dat de winter al voorbij is en die moeten als het wel gaat vriezen weer helemaal opnieuw beginnen.
Dat ligt nog in het verschiet. Het zal in ieder geval maandag nog niet te glad zijn om bij de lezing te komen.
Tot ziens allemaal.

4 vragen

In therapieland heb je allerlei soorten methodes, hypes, technieken, uitbreidingen op technieken en afleidingen van technieken.

Als je als therapeut op de hoogte wilt blijven dan kun je je lol op met bijscholen. Naast alle reguliere methoden, zijn er tal van ‘complementaire’ technieken die vaak goede resultaten opleveren. Kortom: in therapieland, voor elk wat wils.
Bij de RET methode, leer je bewust kijken naar de bril die je gebruikt om naar situaties te kijken. Dit geeft inzicht en vandaar uit kun je gedrag veranderen.

Laten we deze methodiek nu eens vergelijken met het Werk van Byron Katie. Zij is een vrouw die al tientallen jaren de wereld rondtrekt met een door haar ontwikkelde manier om jezelf beter te voelen. Ze trekt volle zalen want haar methode werkt en je hoeft er niet voor in therapie. Je kunt het zelf doen.
Wat houdt the Work van Byron Katie dan in? De theorie is eenvoudig. Je leert kijken naar je gedachten die de oorzaak zijn van je lijden. Je stelt jezelf de volgende 4 vragen:

1) Is het waar?
2) Kun je absoluut zeker weten dat het waar is?
3) Hoe reageer je, wat gebeurt er, wanneer je die gedachte gelooft?
4) Wie zou je zijn zonder die gedachte?

Nadat je de uitspraak hebt onderzocht met de vier vragen is het tijd om de vraag die je onderzoekt om te keren. De omkering is belangrijk, want die zorgt ervoor dat je het tegenovergestelde van wat je aanvankelijk geloofde kan ervaren. Zo kun je een uitspraak omkeren naar jezelf, een ander en naar het tegenovergestelde.

Een voorbeeld:
Een cliënte komt bij mij en is zeer verdrietig omdat ze 59 jaar oud is en na jaren in onderwijs op een nare manier uit haar baan is gezet. Ze wil een nieuwe baan maar zegt: “Nu het crisis is vind ik nooit meer een baan. Ik ben veel te oud”.

Ik stel voor dat zij op deze opmerking de vier vragen loslaat.
1) Is dit waar? “Nou ja, het is waar, want iedereen zegt het, en het is crisis.”
2) Kun je absoluut zeker weten dat het waar is? “Tja, dat niet. Nee, absoluut zeker niet, dat niet.”
3) Hoe reageer je als je de gedachte gelooft? “Ja, dat zag je, dan word ik verdrietig en dan voel ik mij oud en overbodig. Ik raak er gedeprimeerd van”
4) Wie zou je zijn zonder die gedachte? “Tja, als ik dit niet zou denken, dan zou ik me niet zo belabberd voelen. Dan zou ik denk ik optimistischer zijn en gaan solliciteren.”

Dat is natuurlijk een heel mooi aanknopingspunt voor het vervolg: de omkering.
In dit geval zou dat kunnen zijn. ‘Zelfs nu het crisis is, vind ik nog een baan. Ik ben nog niet te oud’
De cliënte keek in eerste instantie een beetje sceptisch, aangezien dit wel een heel eenvoudige manier leek om haar gevoel te veranderen. Maar ik liet haar de omkering herhalen en legde uit dat wij heel erg overladen worden door overtuigingen en aannames van anderen die zij weer hebben overgenomen van anderen en helemaal niet hoeven te kloppen.

Afijn, ze kreeg weer moed en ging solliciteren. Na 2,5 maand had ze de keus uit drie banen. Nu drie jaar later, werkt zij nog steeds. Als je eenmaal hebt ervaren dat het stellen van deze 4 vragen aan jezelf, jouw gevoel doet veranderen, dan kun je ze steeds toepassen als je een naar gevoel hebt. Daar gaat namelijk altijd een gedachte aan vooraf. ‘Els vindt mij niet aardig’ draai om: ‘Ik vind Els niet aardig’ en draai nog eens om: ‘Els vind mij aardig’ naar ‘Ik vind Els aardig’.
De gevoelservaring na de veranderde gedachte maakt dat iemand zelf verder kan. Een fantastische methode.

Het uitproberen waard. Zie voor meer info www.thework.com

Martine Clausen, vragensteller

December 2013

Lieve mensen,

We zijn al weer aanbeland in december, voor veel mensen een maand van feesten en andere ongemakken. Er moet anders gegeten worden, of het is geen feest. Zeker met kerst moet er versierd worden anders is het geen Kerst. Met Oud-en-Nieuw moeten er oliebollen komen, anders kunnen we niet het Nieuwe Jaar in.
Het lijkt allemaal te doen om het nog drukker te hebben dan normaal. Je kunt er tegenop zien, maar als puntje bij paaltje komt is het fijn om zo met elkaar de extra vrije dagen te vieren, om dan na al die festiviteiten na Nieuwjaar, het nieuwjaarsconcert, het restant van de oliebollen en het schansspringen aan het nieuwe jaar te beginnen al of niet met ieder jaar dezelfde goede voornemens.
Het geldt niet voor iedereen. Er zijn mensen die vermoeden de volgende december niet meer te halen en daar best wat extra aandacht voor mogen hebben.
Er zijn mensen die in hun eentje al die dagen door moeten komen en die daar als een berg tegenop zien. Er zijn ook mensen die het voor anderen leuk moeten maken omdat het hun vak is en die het juist in deze dagen extra druk hebben.
Er zijn ook mensen die “gewoon” moeten werken, omdat er nu eenmaal mensen of dingen zijn die niet kunnen blijven “liggen”. Is er iets op tegen om iemand bij je thuis uit te nodigen omdat je weet dat die eenzaam is?

Is er iets op tegen om bijvoorbeeld zusters in het ziekenhuis een pluimpje te geven omdat ze werken voor je vriend, kennis of wie dan ook die je gaat bezoeken daar? Is er iets op tegen om de kelner wat vriendelijker dan normaal te bejegenen, als hij voor jou het feest nog prettiger maakt?
Echt, het zal zo veel schelen als we aardig zijn voor elkaar en laten blijken dat we de ander waarderen om wat hij voor je doet.
Maandag komt Theo Wierdsma bij ons om over zijn contacten met UFO’s te spreken. Hij staat zelfs bij Janet Ossebaard hoog aangeschreven, zodat ik iedereen van harte uitnodig te komen de 9 de.

Joop

Waarheid

Met een vuile arm veegde de jongen het zweet van zijn voorhoofd. Alle spieren van zijn dunne, blote benen, die onder zijn korte broek uitstaken, stonden gespannen. De kleine schoudertas bungelde als een dood dier langs zijn lijf. Hij was moe, had nog maar nauwelijks besef van tijd. Eindelijk was daar de rivier. Nu zou hij een doorwaadbare plaats moeten vinden. Even zochten zijn ogen de overzijde af. Daarna sloeg hij, linksaf, het smalle pad langs het water in. Tegen het einde van de avond zat hij aan de oever en keek met half toegeknepen ogen naar de lucht die allengs roze was gekleurd en zich spiegelde in het warrelende water. Bomen en struiken werden tot silhouetten.
Weer tuurde hij naar de overzijde. Was daar een vuur? Was dit zijn bestemming? Wel, in elk geval was het een slaapplaats. De oversteek kon hij hier wel wagen. De stroom was kalm en er waren voldoende rotsen. Voorzichtig ging hij het water in. Aan de andere oever stond een kleine, uit takken opgetrokken, hut. Ervoor stond een magere man met een lange grijze baard en slechts gekleed in een lendendoek.
‘Welkom,’ zei hij met krakende stem en wees hem een plaats aan het vuur. Om hen heen heerste duisternis. De jongen luisterde naar de bekende, altijd fascinerende oerwoudgeluiden. De grijsaard had zijn karig maal met hem gedeeld. Tijdens het eten had hij de jongen gevraagd naar zijn bestemming. ‘Ik ben op zoek naar de waarheid,’ had de jongen gezegd. ‘Ik weet onvoldoende maar werd geleid op dit pad.’
De grijsaard had bedachtzaam geknikt. ‘Zo gaat dat soms. Morgen de rest, eerst slapen.’
Ze waren ontwaakt bij het eerste licht. Nadat ze wat gegeten hadden, zaten ze aan de rivier en keken in de eeuwig voortkabbelende stroom. ‘Hoe bent u hier terechtgekomen,’ vroeg de jongen nieuwsgierig. Bent u een goeroe?’
De man schudde zijn hoofd. ‘Ik had een zaak in de stad en was tamelijk welgesteld. Maar ik wilde meer, werd te overmoedig en begon te speculeren. Dat had ik beter kunnen laten.’ Hij haalde diep adem. ‘Mijn kapitaal verdampte en werd tot een schuld. Geen grote, maar ik wist niet hoe deze in te lossen en ben gevlucht. Hier kwam ik tot rust en leerde van de rivier dat het aards bestaan niet meer is dan een macaber spel.
Toen besloot ik mijn naam en oude bestaan af te zweren en de rest van mijn leven aan mijn zielenheil te wijden. En jij, kleine waarheidszoeker, wat is jouw verhaal?’

De jongen wendde zijn blik naar hem toe en vroeg: Bent U Nytia Balshakar?
De man knikte verbluft. ‘Dan heb IK mijn waarheid gevonden en U heeft een prachtige mogelijkheid uw leven een stralend nieuw begin te geven,’ zei de jongen met een lachje.’
‘Hoe bedoel je?’
De jongen opende zijn schoudertas en haalde er een incassopapier uit. ‘Door deze schuld te voldoen vóórdat u zich aan uw ziel wijdt.
De zon schitterde en de rivier leek te glimlachen in haar gouden stralen.

Willem

November 2013

Lieve mensen,
Eenzaamheid.
Het lijkt wel een ziekte tegenwoordig. Ondanks de vele mogelijkheden die we nu hebben: email, facebook, twitter en wat er nog meer leuks te beleven is op internet. Niet iedereen heeft internet en juist de oudere mens is vaak verstoken van dat mooie medium of moet ik zeggen: heeft zich verstoken?
Het is moeilijk om met al het nieuwe spul om te gaan. Het kan zelfs zijn dat er geen geld voor is en dan nog, als er zo weinig van je vrienden en kennissen over zijn en díe er nog zijn, hebben geen internet, dan neem je het niet voor de contacten.

In deze tijd van guur weer en zelfs regen, ga je er ook niet meer zo makkelijk op uit. En we zijn verleerd om met de buren om te gaan. Vroeger had je de buren nodig als er wat was. We konden iets niet of we hadden iets niet. Op latere leeftijd hoeven we niets meer en hebben we bijna alles. We hoeven in ieder geval niets meer bij de buren te lenen. En de buren van vroeger, waar wel contact mee was zijn verhuisd of we zijn zelf verhuisd.
Er wordt altijd gezegd: Oude bomen moet je niet verplaatsen, maar dat geldt zeker ook voor ons. Er zijn misschien wel meer mensen die met bomen praten dan met de oudere mens, die daar echt veel meer behoefte aan heeft.
Dit is een uitgelezen tijd om je te laten zien en horen.

Maandag hebben we weer een lezing nu over straling. We horen altijd dat de straling van kleine apparaatjes zoals telefoons en zo niet erg is. En door mensen die het wel slecht vinden wordt aangeraden om de straling te vermijden. Nu is er de mogelijkheid de verkeerde straling om te zetten in goede, die we zelfs nodig hebben in ons lijf. Weg met die depressievolle praatjes. We gaan mee met onze tijd. Misschien zeg je nu: is dat iets voor onze Vereniging? Ik zeg ja: We hebben het altijd over dingen die we niet zien maar die er wel zijn.

Een paar weken terug heeft Rens, onze penningmeester, brieven en mails gestuurd om de benodigde gelden weer te innen. Veel leden hebben snel gehandeld. Onze dank daarvoor. Nu die paar mensen nog die er nog even niet aan gedacht hebben. Bij voorbaat dank. Dan kunnen we ons weer beraden op de sprekers voor volgend seizoen.

In de pauze van de lezing over Reïncarnatie zijn er wat mensen weggegaan. Te vroeg. Daarna werd het veel levendiger door de voorbeelden uit de praktijk van Riny en de meditatie, waardoor we een mooi beeld kregen van haar manier van werken.

Joop

Dag tuin.

De milde zonnestralen zochten zich een weg door de inmiddels vergeelde bladeren van de esdoorn. De hibiscus, nog volop in bloei, herbergde tal van kruisspinnen waarvan de wonderlijk mooie, maar dodelijke webben zachtjes wiegden op de tonen van de lauwe westenwind.
Hoog boven dit gevaar cirkelde een libelle en streek neer op de witte vensterbank om zich te koesteren in weldadige warmte. Rond de vijver en op het smalle, bemoste tuinpad, dat van het huis, via de schuur, naar het kleine huisje achter in de tuin kronkelde, lagen reeds de bruine bladeren die aangaven dat het misschien nog wel even zomer was maar dat de herfst onweerstaanbaar en onomkeerbaar was begonnen. De oude man manoeuvreerde zijn rollator tussen de half verrotte paaltjes die aan weerskanten het pad markeerden. Voorzichtig nu, want bladeren maken glad en een valpartij kon hij zich niet veroorloven. Voetje voor voetje schoof hij langs de vijver en keek naar de daaromheen staande planten die inmiddels rijk werden geflankeerd door grassen, zevenblad en paardenbloem. Wat bloeiden de goudsbloemen, en daar tussendoor de veelkleurige violen, nog uitbundig, was het niet prachtig? Met zijn benige hand streelde hij zacht de ranke takken van de spirea, die hij 24 jaar geleden zelf nog had gepland. Een aantal jaren daarna had hij hem tot de grond toe afgeknipt omdat hij de vijver moest plaatsen. Daarna vreesde hij maanden lang dat de struik het niet zou halen. Maar ineens zat de groei er weer in en in het voorjaar stond hij wit besneeuwd te bloeien als nooit te voren. Hoe lang stond dat tuinhuisje er ook alweer? Moeizaam rekende hij terug. Dat moest 1979 zijn geweest. Dan stond het er dus al bijna 30 jaar. Hij herinnerde zich nog dat hij het tegelplateau zorgvuldig had gelegd, steeds kijkend of het wel waterpas was. Toen het huisje eenmaal stond had hij het in een prachtige honingkleur gebeitst. Later werd de kleur donkergroen met een vleugje rood. Goedkeurend klopte hij op het houtwerk. Het huisje stond weliswaar een beetje scheef maar het kon best nog wel een paar jaar mee. Als de bewoners het lieten staan natuurlijk, bedacht hij met een schokje. Ach ja, dat zou toch wel? Op dat moment viel een groot esdoornblad precies op het randje van zijn bril. Hij pakte het blad beet en bekeek het nauwkeurig alsof hij elke nerf, elke kleurschakering tot diep in zijn ziel in zich wilde opnemen. Alles gaat voorbij, dacht hij met een vleugje triestheid. Dit blad, deze tuin, dit huis waar ik zo lang woonde, dit leven … mijn leven. Konden anderen ook maar enigszins bevroeden wat het betekende voor een oudere om de geliefde en de geliefde plekjes op een dag te moeten loslaten? Via het smalle grindpad wilde hij zich juist een weg tussen de lavatera, de vlier en de vlinderstruik banen toen hij werd opgeschrikt door de ongeduldige stem van zijn zoon.
“Kom je pa, het is nu echt tijd om te gaan!” “Nu al? maar ik heb mijn rondje nog niet af”, wilde hij zeggen. Maar hij zweeg, want zijn zoon kon nogal kortaangebonden doen als hij zo langzaam deed. Kijk, hij sloot de achterdeur al. Dit was het dan. Met stille tegenzin zette hij zich op de plaats naast de bestuurder en bedacht zich dat er bij de zorginstelling ook een flinke tuin was. En misschien zouden ze binnen wel veel planten hebben. Maar toch, maar toch… Toen de auto zich in beweging zette: mompelde hij bijna onhoorbaar: “dag tuin”. En hij bleef onafgebroken kijken… kijken… kijken…tot de auto de bocht om ging en zijn geliefde plekje definitief aan zijn zicht werd onttrokken.
Willem

September 2013

Lieve mensen,
Ik zat zo het laatste nummer van de Pariodiek van vorig seizoen door te bladeren, toen
ik mijn wens voor deze zomer onder ogen kreeg: Ik wenste jullie een fijne warme
zomer, niet te heet. Dat is wel even uitgekomen, hoewel daar in mei nog geen enkel
zicht op was.
Nee, ik heb niet de illusie dat alles wat ik wens zal uitkomen. Maar dit was even
meegenomen en ik heb me gekoesterd in de zon. Wat mij betreft zijn er maar twee
dagen geweest waarop het een beetje té was, maar als je je dan wat minder inspant gaat
de dag evengoed wel om. Als je echt werken moest op zo’n dag had je het zwaar.
Ik heb in elk geval genoten en hoop van jullie hetzelfde. Er is misschien iemand die
nogal ver weg op vakantie geweest is en die het wat minder getroffen zou kunnen
hebben. Wij hebben deze keer al het mooie weer zelf gehouden. Volgend jaar ben jij
misschien weer aan de beurt.
Intussen wordt het weer eens tijd aan het nieuwe seizoen te beginnen.
2013/ 2014 klinkt bijna als toekomst. Maar de toekomst begint NU. In het bestuur
hebben we afwisselende onderwerpen voor dit seizoen vastgesteld, het zal dus weer een
mooi seizoen worden, hoewel ik wel eens denk: zal het weer zo’n mooi jaar worden als
het vorige? Van te voren is dat moeilijk te voorspellen, maar ik wens het jullie toe en de
vorige wens is ook uitgekomen. Dus wie weet?
We beginnen in elk geval goed. Simon Bakker komt waarnemingen doen. We nemen
beeldjes mee, waar we aan gehecht zijn en hij zal er zijn licht op laten schijnen en
misschien ook een licht van iemand anders.
Simon is een graag geziene spreker in de Zaanstreek dus dat belooft wel wat. Eigenlijk
vreemd dat we hem nooit eerder hebben uitgenodigd, tenminste niet zolang ik bij onze
Vereniging ben. Ik verwacht veel van de avond en hoop jullie allemaal weer te zien. Het
is al weer zo lang geleden, nog langer dan dat het mooi weer was deze zomer en we
wisten al niet beter meer.
Tot maandag dus!

Groetjes Joop.

Nieuw perspectief

Van de zomer bracht ik bijna vijf weken door in Amma’s ashram in India. Samen met mijn zoon. Voor mij was het de tweede keer. De eerste keer dat ik er was, was twee jaar geleden, samen met echtgenoot en zoon. Deze keer waren we met zijn tweetjes. En nog zo’n drieduizend mensen, maar op sommige dagen vierduizend, niet dat ik ze geteld heb. Het is daar een komen en gaan en vooral in het weekend of op speciale dagen, als de verjaardag van Krishna bijvoorbeeld, is het nog veel drukker. Maar er is ruimte genoeg, het is geen mierenhoop hoor. Het is eigenlijk net een klein dorpje.

2013-09_india_IMG_0715Aangezien zoonlief hier al voor de derde keer was (vorig jaar in zijn eentje geweest), kende hij heel wat mensen, bovendien heeft hij binnen 20 seconden anschluss, dus ik zag hem af en toe. We deelden wel een kamer, maar hij ging zijn eigen gang. Daardoor was het eigenlijk een beetje alsof ik in mijn eentje in de ashram was. Met al die anderen.
Ik onderzoek altijd wat ik ergens van leer, of geleerd heb, vooral na zo een bijzondere tijd. Er zijn zoveel dingen die je tegenkomt als je op jezelf wordt teruggeworpen. India is al een ervaring op zich. Je komt aan in het regenseizoen, maar het is tegelijkertijd bloedheet. Dertig graden is het minste. Het is vochtige warmte. Niet dat de autochtonen het heet vinden, voor hun is het winter, er waren er zelfs bij die oorwarmers droegen. Ze vonden het koud! Ja, echt niet te geloven. Dus allereerst moet je aan de veelheid wennen: overvloed aan zon, hitte, vochtigheid, regen, Indiërs, auto’s, brommers, riksja’s, fietsen, voetgangers, zwerfhonden. Dat is nog maar als je de luchthaven uit rijdt.
Dan moet je aan het voedsel wennen. In de ashram is er rijst met groenten. Dat kun je drie keer per dag eten als je wilt.

Verder moet je aan het geluid en de kleuren wennen. India zelf is al kleurrijk genoeg, letterlijk kleurrijk door de prachtige kleding en sari’s van de vrouwen en het weelderige groen van de prachtige kokosnootbomen. Verder is het daar in het Zuiden, het uiterste puntje van dat gigantische land, één groot spiritueel gebeuren. Om de ashram heen zijn dorpen en in die dorpen zijn andere ashrams en kerken, moskeeën en tempels. En daar worden gebeden en mantra’s gezongen. En wel zodat iedereen het kan horen, dus gaat dit via grote luidsprekers. En dat gebeurt allemaal tegelijk. Dus het is een grote kakafonie van spiritualiteit.
Bovendien worden in de ashram op Darshan dagen (4 dagen per week waarop Amma de hele dag door mensen omhelst) mantra’s gezongen en staat de muziek hard, zodat je het overal kan horen.
Het is dus een enorme overgang vanuit Nederland. Totaal ongelofelijk. Je moet het meemaken om te snappen wat een wonder op zich India is.

2013-09_india_IMG_0356Te midden van die veelheid aan alles, is één bronpunt. Eén punt van totale stilte, één koningin in de bijenkorf waar iedereen omheen zwermt: Amma. Bij die bron van totale rust en vrede, wil iedereen zo vaak en dicht mogelijk in de buurt zijn. Er is van alles te doen. Meditatie, spirituele beoefening in de vorm van Archana (het reciteren van de 1000 namen van de Goddelijke Moeder), en het doen van seva.
Seva is het verlenen van onbaatzuchtige diensten. Iedereen is welkom in de ashram. Je mag er allemaal verblijven. Er zijn een aantal leefregels, maar verder ben je vrij. Je hoeft nergens aan mee te doen, maar er wordt wel gevraagd of je twee uur van je dagelijkse tijd wilt geven om te helpen. Je mag zelf aangeven wat voor soort seva je wilt doen.

Zo werd mijn zoon gevraagd om aan Amma’s universiteit mee te komen werken aan een project, ze hadden iemand met tekentalent nodig en dus daar ging hij. Hij kwam razend enthousiast vertellen die avond. Ten eerste had hij nóg meer hartstikke leuke mensen ontmoet, en ten tweede hadden ze in de kantine van de uni nog veel lekkerder Indiaas eten (schat hé?).
Ikzelf was maar begonnen met om 7 uur ’s ochtends helpen met groenten snijden. Voor zoveel mensen moet veel worden gekookt en klaargemaakt en alles gaat in de ashram met de hand. Ik zat bij de Westerse keuken (er is ook een Indiase natuurlijk). En het was heel genoeglijk. In feite is een ashram een kloostergemeenschap waar monniken leven die hun pad naar verlichting lopen, dus wordt van je verwacht dat je daar respect voor
hebt. Amma raadt dan ook iedereen aan om de hele dag door je mantra te herhalen zodat je niet vergeet waar je uiteindelijk voor komt. Maar goed, er zat een gezellige kletskous bij de groenten snijderij. Hij kwam uit Frankrijk en was zelf geen volger van Amma, maar zijn vrouw wel, en hij kletste honderduit, want hij had natuurlijk geen mantra. En aangezien ik mij een beetje liet meeslepen in het geklets, hakte ik op een minder gelukkig moment in mijn pink. Het hakmes ging door mijn pink als een bijl door een komkommer en het bloed stroomde als was ik mijn hele pols kwijt. Dus op naar het ziekenhuis en verband en hechtingpleisters en desinfecteren.
Maar, gebeurt er ooit iets per toeval? Is er ooit iets dat ‘zinloos’ is? Tuurlijk niet. Dus ik was mijn seva kwijt. Want ik mocht niet met die hand in het water. Ik ging naar de seva desk en vroeg hen om een andere seva. Mijn Frans en Engels zijn vloeiend dus werd ik als vertaalster aangesteld bij de astrologie. Dit hield in dat ik met Fransen meeging om tijdens hun astrologisch consult voor hen te vertalen. Hartstikke interessant natuurlijk. Een hele leuke seva. Zo leer je zelf heel veel. Onder andere leerde ik over de ‘Bad Moon’, de slechte of kwade maan, die iedereen waarschijnlijk wel in zijn chart heeft.
De astrologe vertelde dat als je jezelf in je vinger sneed dit kwam door de invloed van deze kwaaie maan. Ik ging mee naar vier verschillende astrologen en ontmoette heel wat mensen.
Hiervan heb ik het volgende geleerd. De eerste week dat ik in de ashram was aangekomen, heb ik veel tijd doorgebracht met het vertalen van een boek voor de 9ashram. Dat is ook fijn werk, maar je zit alleen en je ontmoet niemand. Als je iets doet met anderen, dan ontmoet je mensen en krijg je een gevoel van erbij horen en van saamhorigheid.
Seva is een prachtige manier om je in te zetten voor het grote geheel. Het geeft een fijn gevoel en het lost slecht karma op (althans dat wordt gezegd).

Er valt zoveel te vertellen, maar daar is geen ruimte voor in de Pariodiek. Om antwoord te geven op de vraag die ik mijzelf stelde: Wat heb ik geleerd van 5 weken India?
Ik heb geleerd dat reizen zin heeft. Je komt in aanraking met een andere cultuur, anderen mensen, ander klimaat, ander voedsel en andere denkwijzen. Je komt in contact met andere gedragingen. En dan word je je bewust hoezeer je een product bent van je eigen samenleving en hoezeer je daarin geconditioneerd bent. En hoe je automatisch dingen doet en denkt die in andere landen helemaal anders gaan.
Je wordt op jezelf teruggeworpen en als je ergens mee zit, dan moet je om hulp vragen buiten je vertrouwde kringetje. Daar is lef voor nodig en aanpassing.
India leert mij dat er in chaos ook een patroon lijkt te zitten. Dat Nederland een gestructureerde en goed georganiseerde samenleving heeft. Dat wat wij geleerd hebben helemaal niet voor iedereen geldt. Dat wij niet leren delen, maar dat dit elders heel gewoon is. Verder zie ik dat onze samenleving materieel gericht is. Terwijl daar in India spiritualiteit het belangrijkst is.

Amma leert mij dat je middenin de grootste herrie en mensenkluit, nog steeds het toonbeeld van rust en evenwicht kunt blijven.
Niet dat ik dat laatste al kan, maar ik zie wel dat zij het is. Nou ja, stapje voor stapje gaat een mens vooruit.

In oktober komt zij weer bij ons, 28, 29 en 30 oktober in de Expo in Houten. Zij wordt eind september 60 jaar. Het is geenszins zeker dat zij haar leven lang zal kunnen blijven reizen. Dus als je nieuwsgierig bent om Amma eens te ontmoeten, dan ben je welkom.
Het is een buitenkans, want er is er maar één zoals zij. Om Amriteshwaryai Namah.

Als je vragen hebt over dit artikel kun je het volgende adres mailen:
martineclausen@gmail.com

Martine Clausen geeft een lezing over Amma en haar ervaringen in Nederland en India met Amma op 2 oktober bij EPC Waterland.
Buurthuis ’t Anker, Kamperfoelieweg 226, 1032 HW Amsterdam
Webadres: www.epc-waterland.nl

Mei 2013

Lieve mensen,
Het is al weer mei, waarin altijd de laatste lezing van het seizoen. Het zal zeker niet de minste avond worden. Joop Popping is wereldberoemd in de Zaanstreek en zal dus ook een volle zaal trekken op 27 mei. Hij zal ons laten zien dat dingen die we niet zien er toch zijn, want hoe zal hij anders dingen kunnen zeggen die alleen wijzelf zouden kunnen weten?

Zo komt een eind aan een seizoen, waarin heel veel gebeurd is. We hebben bijzonder mooie avonden gehad. Ik denk daarbij in eerste instantie aan de laatste, de mantra-zing- avond, met Henry Marshall en zijn Playshop Family. Van te voren weten we in het bestuur niet altijd wat we van een avond mogen verwachten, hoewel we altijd wel aan sprekers vragen bepaalde onderwerpen mee te nemen in hun verhaal. Aan Henry konden we niet vragen bepaalde dingen te doen, maar zoals hij het deed kon het niet beter zeg ik achteraf. En wat hij deed, was integer en deed hij met een blijheid die weer oversloeg op ons. Ik had zeker het gevoel dat eenieder weer blij huiswaarts ging. Het is een heel mooi seizoen geweest, waarin bijzondere sprekers met zeer bijzondere lezingen ons hebben geboeid.

Daarom is het leuk het bestuur eens goed in het zonnetje te zetten. Het lijkt soms wel eens dat we in verhouding veel bestuursleden hebben, maar die lezingen, wat het voornaamste onderwerp van de besprekingen is, stellen we met elkaar samen in de vergaderingen en ieder draagt zijn steentje bij. Verder mag ik Willem en Martine bedanken voor hun bijdragen aan de Pariodiek, die er sinds hun medewerking pas echt een interessant blad van maakten.
En dan Jan de Waal, die ons dit jaar met zijn persoonlijke verhalen weet te raken. Ga door Jan en inspireer hiermee anderen, want er zijn altijd mensen die ook in hun eigen leven hun voordeel kunnen doen met persoonlijke ontboezemingen van de schrijver. Bedankt!!

Groetjes, Joop